“Wachttijden voor Brussels Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen moeten veel korter”
Het Brusselse Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen kampt met wachttijden van langer dan één jaar voor het kinderen met leerstoornissen kan onderzoeken. “Dat is een erg lange tijd in de ontwikkeling van een kind”, zegt fractievoorzitter in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement Dominiek Lootens-Stael. “Het Centrum heeft een capaciteit van 100 diagnoses per jaar, maar krijgt 500 aanvragen. De capaciteit moet dringend en drastisch verhoogd worden.”
“Wanneer ouders of het Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) menen dat een ontwikkelingsstoornis de oorzaak zou kunnen zijn van problemen op school, is een snelle diagnose nodig”, aldus Lootens-Stael. “Een jaar wachttijd voor het Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen veroorzaakt dan alleen maar extra problemen voor leerkrachten en CLB, en verhindert een gepaste remediëring in de schoolomgeving of bij gespecialiseerde hulpverleners. Maar vooral bij het kind zelf kan de lange onzekerheid een nefaste rol spelen.”
Kinderen komen te laat in het juiste ondersteuningstraject terecht
Lootens-Stael ondervroeg hierover Brussels minister van Nederlandstalig Onderwijs Sven Gatz (Open Vld), die in het college van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) onderwijs onder zijn bevoegdheid heeft. “Helaas kwam er geen bevredigend antwoord”, vervolgt Lootens-Stael. “Gatz wil nog geen beslissing nemen over de ondersteunende rol van de VGC, maar wacht eerst de aanpak van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) betreffende kinderen met ontwikkelingsstoornissen af.”
“Ik zal net zoals mijn collega’s in het Vlaams Parlement vragen om de problematiek aan te kaarten bij minister Weyts”, besluit Lootens-Stael. “Leerkrachten in het basisonderwijs zijn onvoldoende opgeleid om steeds de specifieke oorzaken van leermoeilijkheden te kunnen onderkennen. Kinderen krijgen vaak niet tijdig een correcte diagnose en komen aldus te laat in het juiste ondersteuningstraject terecht, en hier heeft de VGC een rol te spelen.”
“De capaciteit van het Brusselse Centrum voor Ontwikkelingsstoornissen moet beduidend naar omhoog”, besluit Lootens-Stael. “Het tekort aan capaciteit zorgt er ook voor dat bemiddelde ouders hulp zoeken in het private niet-gesubsidieerde circuit. Kinderen van minder bemiddelde ouders kunnen die hulp helaas niet krijgen.”