Vechten voor het Nederlands in Brusselse ziekenhuizen prioritair
In de commissie Brussel beschreven artsen woensdag de schrijnende en voortdurende situatie in de Brusselse ‘tweetalige’ ziekenhuizen. Het Vlaams Belang vindt dat deze kwestie prioritair zonder uitzondering op de agenda moet komen op alle bestuursniveaus. “Sommige Brusselse collega’s willen de Vlaamse Gemeenschap uit het tweetalig hoofdstedelijk gebied duwen en Vlaamse diensten zoals inburgering, welzijn, onderwijs en cultuur ‘tweetalig’ maken”, zegt fractievoorzitter in het Brussels Parlement Dominiek Lootens-Stael. “De hoorzitting in het Vlaams Parlement over de gebrekkige kennis van het Nederlands in de officieel tweetalige ziekenhuizen toonde aan hoe kortzichtig deze visie is.”
“We vrezen, en het gebeurt nu al, dat de Nederlandstalige patiënt het gewest zal moeten verlaten wegens een gebrek aan aanbod en zorgverlening in zijn eigen taal“, zegt huisarts Luc D’Hooghe, erevoorzitter van de Brusselse Huisartsen vzw, die reeds sinds 1979 aan de alarmbel trekt. “Wanneer de Nederlandstalige patiënten uitwijken naar Vlaanderen, zullen ziekenhuizen het excuus kunnen inroepen dat ze ‘toch geen Nederlandstalige patiënten’ hebben. Het is vooral een mentaliteitsprobleem bij Franstalige politici.”
“De tweetalige ziekenhuizen zijn wettelijk verplicht tweetalig personeel aan te werven maar dat wordt niet nageleefd noch gecontroleerd of gesanctioneerd” verduidelijkt Lootens-Stael. “Het zijn net die politici uit de groene stal die ervoor ijveren de Vlaamse Gemeenschap uit Brussel te weren en staan te zwaaien met de zogenaamde bicommunautaire bevoegdheden.”, Lootens-Stael denkt daarbij aan Alain Maron (Ecolo) en Elke Van den Brandt (Groen), die het minst doen voor de tweetaligheid. “Het is duidelijk dat Maron van Brussel een Franstalig eiland wil maken terwijl Van den Brandt laat betijen.”
“Het zou bijzonder kortzichtig zijn de Vlaamse instellingen en bevoegdheden in het hoofdstedelijk gebied op te geven”, aldus nog Lootens-Stael. “Het Vlaamse UZ Brussel is het enige ziekenhuis dat wel meertalig functioneert. In de Brusselse bicommunautaire instellingen daarentegen heerst een schijntweetaligheid.”
“Het is niet normaal dat in Brussel de patiënt zich moet aanpassen aan de taal van de verzorger”, vervolgt Lootens-Stael. “Brusselse artsen die geen Nederlands begrijpen, zijn niet in staat tot de belangrijkste fase van een eerste contact met de patiënt: de anamnese, de kennis van de voorgeschiedenis en de huidige klachten. Dat kan ook tot zware fouten in de diagnose leiden, met zware gevolgen voor de patiënt.”
“Franstalige politici uit Brussel aarzelen niet om beroep te doen op financiële middelen die uit de rest van Vlaanderen moeten komen. De komende jaren wordt dit een zeer heet hangijzer. Wanneer Vlaamse partijen hun macht zouden gebruiken, kunnen we respect voor de taalwet afdwingen”, besluit Lootens-Stael. “Taalcursussen moeten verplicht worden en beter gefinancierd. Tweetaligheid moet een basis van de bedrijfscultuur vormen. Het federale, Vlaamse en het hoofdstedelijke niveau moeten daarin samenwerken en er een prioriteit van maken. En bovenal: de taalwetten moeten nageleefd worden.”