“Turks regime lacht ons uit met weigering criminelen uit te leveren”
België heeft aan Turkije vruchteloos gevraagd twee zware criminelen, een Albanees en een Bosniër, uit te leveren. De twee zijn betrokken in één van de grootste drugsdossiers die ons land ooit heeft gekend. “In zijn reactie stelt minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) dat Turkije de problematiek ernstig neemt, maar het Turkse regime lacht ons gewoon uit”, zegt Vlaams Belang-Kamerlid Marijke Dillen die de minister hierover zal ondervragen. “Er moet dringend werk worden gemaakt van een uitleveringsverdrag.”
De beide drugscriminelen hebben inmiddels de Turkse nationaliteit gekregen, en Turkije heeft aan ons land laten weten dat ze om deze reden niet kunnen worden uitgeleverd. “In Turkije is het gemakkelijk de Turkse nationaliteit te krijgen in ruil voor de betaling van 500.000 dollar in cash of in de vorm van investeringen in onroerend goed”, aldus Dillen. “Dit biedt zware criminelen dus de mogelijkheid om te ontsnappen aan het Belgisch gerecht.” Politie en Justitie maken zich er al langer zorgen over dat grote drugscriminelen profiteren van het beleid van de Turkse overheid en vragen dat er dringend initiatieven moeten worden genomen om aan dit fenomeen een halt toe te roepen.
Rekenen op Turkije is ronduit naïef van Van Quickenborne
“Van Quickenborne zegt dat hij zich bewust is van de problematiek en deze ook ernstig neemt”, vervolgt Dillen. “Als dat werkelijk zo is, zal de minister dus niet hebben stilgezeten en zou ik van hem willen vernemen welke initiatieven hij al genomen heeft om gesprekken aan te knopen met Turkije, met het oog op een uitleveringsverdrag voor criminelen die in ons land worden vervolgd en gezocht.” Het Kamerlid wil ook zicht krijgen op het werkelijke aantal in ons land gezochte zware criminelen die ondertussen al gebruik hebben gemaakt van dit schandalige systeem om vervolging te ontlopen.
Het Vlaams Belang vindt het ronduit naïef van de minister van Justitie dat hij op de Turkse regering rekent om erop toe te zien dat Turkije geen vrijhaven wordt voor zware criminelen op de vlucht. Hij zou van zijn Turkse collega in die richting ook al signalen hebben opgevangen. “Het spreekt voor zich dat een Belgische minister initieel geen schuld treft waar het gaat om een corrupt Turks handeltje in nationaliteitskaarten”, merkt Dillen tot slot op. “Maar rekenen op de hulp van het regime van sultan Erdogan is wel heel gemakkelijk en vrijblijvend. En omdat Van Quickenborne in het verleden al meermaals vaagheden verkondigde, wil ik graag vernemen welke signalen hij concreet opving. Hier is verdere toelichting op zijn plaats, net als initiatieven voor een uitleveringsverdrag, want het vrij laten rondlopen van zware drugscriminelen is onaanvaardbaar.”