Terreurproces: Nederlandstalige slachtoffers moeten documenten zelf vertalen
Nederlandstalige slachtoffers van de aanslagen in Brussel van 22 maart 2016 moeten hun schadebewijzen zelf laten vertalen naar het Frans. De kans is ook bestaande dat ze zelf voor de kosten zullen moeten opdraaien. “Ongelofelijk onrechtvaardig en het zoveelste voorval op het terreurproces waarmee dit land zichzelf hopeloos belachelijk maakt”, reageert Kamerlid Marijke Dillen. “Er worden wel dure tolken voorzien voor de beschuldigden, maar Nederlandstalige slachtoffers moeten hun plan trekken.”
De Nederlandstalige slachtoffers op het terreurproces hebben van de griffie te horen gekregen dat ze alle documenten waarmee ze hun schade bewijzen, zelf moeten laten vertalen naar het Frans. Het gaat om slachtoffers die zich burgerlijke partij hebben gesteld en die om hun schade te bewijzen documenten hebben toegevoegd aan het dossier.
Slachtoffers moeten hun plan trekken, terwijl terroristen elke dag drie tolken ter beschikking staan hebben om alles te vertalen
“Dit is ongelofelijk onrechtvaardig”, zegt Dillen. “Slachtoffers moeten hun plan trekken, terwijl terroristen elke dag drie tolken ter beschikking staan hebben om alles te vertalen.” Er heerst ook onduidelijkheid onder de slachtoffers hoe die vertalingen precies moeten verlopen. Kunnen ze aan eender wie vragen om verslagen van artsen en psychologen te vertalen of kan dat enkel rechtsgeldig gebeuren door een beëdigde vertaler? Dat laatste zou ook een aanzienlijke kostprijs met zich meebrengen.
Het is de zoveelste farce in het terreurproces. Zo werd vorige maand nog gevoelige veiligheidsinformatie over de bewaking van de terreurverdachten voorgelezen. “Dit vertalingsdebacle is de zoveelste blunder ten koste van de slachtoffers”, besluit Dillen. “We roepen de griffie op om zelf een oplossing uit te werken waarbij de slachtoffers met rust gelaten worden en niet voor de kosten moeten opdraaien.”