Opvolging Somers door Rutten is kiezer in gezicht uitlachen
Het Vlaams Belang stelt vast dat Open Vld het vertrouwen van de burger in de politiek nog verder de dieperik induwt, nu Gwendolyn Rutten (Open Vld) aangeduid werd als opvolger van Vlaams minister Bart Somers (Open Vld). “Nog geen maand geleden kondigde ze haar exit uit de nationale politiek aan omdat ze geen postje kreeg”, zegt Vlaams fractieleider Chris Janssens (Vlaams Belang). “Nu komt ze terug omdat ze toch een postje krijgt. Authentiek liberaal engagement van de bovenste plank. Dit is de kiezer in het gezicht uitlachen.”
Open Vld stelt Gwendolyn Rutten voor als opvolger van de naar Mechelen vertrekkende Bart Somers. Zij zou normaal gezien al na de regeringsonderhandelingen in 2019 minister worden in de Vlaamse regering, maar ambieerde toen het premierschap van een linkse regering zonder Vlaamse meerderheid. Dat plan werd echter getorpedeerd door haar partijgenoten, die vervolgens diezelfde regering vormden met Alexander De Croo als premier. Ook bij de opvolging van federaal minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open Vld) werd ze opzijgeschoven. “De liberale partijtop stelde Paul Van Tigchelt aan als een zoveelste onverkozen minister”, aldus Janssens. “En mokkend als een verwend kind kondigde Rutten aan te stoppen met nationale politiek.”
Voor een kortstondig ministerschap maakt Rutten schaamteloos een bocht van 180 graden
“Nog geen maand later komt Rutten terug. Vanwege een postje heeft ze haar liberaal engagement blijkbaar teruggevonden”, zegt Janssens. “Somers vertrekt omwille van persoonlijke carrièreplanning, en voor een kortstondig ministerschap maakt Rutten schaamteloos een bocht van 180 graden. Tot zover de ‘verjonging’ waarover Somers het had. Authentiek liberaal engagement van de bovenste plank. ‘Eigen carrière eerst’ is en blijft het leidmotief bij Open Vld.”
Het Vlaams Belang hekelt de liberale benoemingscarrousel. “Dit is de kiezer in het gezicht uitlachen”, besluit Janssens. “De Open Vld heeft niet alleen geen respect voor de democratie, maar ook niet voor een ministerambt. Dat staat enkel ten dienste van de persoonlijke carrièreplanning. De partij hoeft zich dan ook op verkiezingsavond echt niet te verbazen over de degout van de mensen in het politieke gebeuren.”