Oorlog in Artsakh
Het recente heropflakkeren van het conflict omtrent de historisch autonome Armeense regio Nagorno-Karabach, met de omringende grensprovincies gekend als de Republiek Artsakh, plaatst de internationale status van dit gebied opnieuw op de agenda. Naast historische redenen bestaan er ook overtuigende internationaalrechtelijke argumenten om de Republiek Artsakh als een onafhankelijke staat te beschouwen. Het Vlaams Belang steunt die eis.
De historisch-culturele Armeense wortels van Artsakh gaan minstens terug tot de vijfde eeuw voor Christus. Van de late vijfde tot de twintigste eeuw hebben opeenvolgende Perzische, Arabische en Russische heersers het gebied dat bekendstond als Karabach grote autonomie toegestaan, als een etnisch Armeense regio zowel binnen het grotere Armenië als binnen het territorium van het huidige Azerbeidzjan.
Die historische autonomie werd in de jaren ’90, na het uiteenvallen van de Sovjetunie, opnieuw in vraag gesteld door de Azeri’s, die aanspraak maken op het gebied. Er brak een gewapend conflict uit dat ‘bevroren’ werd met een wapenstilstand in 1994, die de grenzen van een autonome Republiek Artsakh respecteerde en uittekende. Jarenlang bleef de toestand stabiel, hoewel nu en dan schermutselingen uitbraken. Op 27 september 2020 werd de lont evenwel opnieuw in het kruitvat gestoken en vielen Azerbeidzjaanse strijdkrachten en jihadistische huurlingen het grondgebied van Nagorno-Karabach binnen.
AANVAL OP CHRISTELIJKE IDENTITEIT
Het oorlogsgeweld leidde tot oorlogsmisdaden zoals het gebruik van clusterbommen, aanvallen op scholen en ziekenhuizen, tot de uiteindelijk militaire bezetting van een aanzienlijk deel van Artsakh door de Azeri’s, inclusief de omringende provincies. Turkije speelde een actieve en vuile rol in de oorlog.
Van bij de aanvang van de oorlog stelde Kamerlid Ellen Samyn in het Parlement de verhoudingen scherp. “Dit is niet alleen een geopolitiek conflict, maar ook een botsing van culturen en een regelrechte aanval op de christelijke identiteit van Armenië. Wat Turkije betreft, ten tijde van de Koude Oorlog was Turkije misschien een potentiële partner van het Westen, maar dat is al lang verleden tijd. Vandaag is er amper nog een geostrategische ruimte te noemen waarin Turkije en het Westen nog gemeenschappelijke belangen vertegenwoordigen, integendeel. Onder Erdogan zijn de belangen van Turkije niet meer verenigbaar met die van het Westen en zijn we de facto tegenstanders geworden. Alleen lijken u, de Europese Unie, de NAVO en de VN dit nog steeds niet begrepen te hebben,” stelde ze tegenover minister Sophie Wilmès.
LIPPENDIENST
De solidariteit en politieke steun voor Artsakh en Armenië beperkte zich ook vanuit de Europese Unie tot louter lippendienst. Toen de gevechten volop aan de gang waren, uitte Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell in het Europees Parlement weliswaar enige ‘ongerustheid’. Dat was het ongeveer. De Turken werd enige ‘assertiviteit’ toegemeten. Borrell kon alleen maar akte nemen van de woorden van de minister van Buitenlandse Zaken van Azerbeidzjan tegenover hem: “The fight will continue until Armenia accepts a concrete schedule for withdrawing from Nagorno-Karabakh, which is a precondition for talks.” Artsakh is net niet helemaal onder de voet gelopen en van de kaart geveegd.
Met een staakt-het-vurenbestand uiteindelijk onder druk van Rusland en buiten het overlegkader van de Minskgroep van de OVSE, werd het conflict tijdelijk besloten. Zowel Turkije, Rusland als Azerbeidzjan winnen bij dit resultaat en laten de Armeense bevolking achter als grote verliezer.Dit bestand mag gerust een pacificatie met het mes op de keel van de Armeense burgers genoemd worden, gezien het enorme gebiedsverlies van voorheen Armeense autonome gebieden in de Republiek Artsakh. “Van de grenzen van 1994 is geen enkele sprake meer en duizenden Armenen zijn van hun gronden en uit hun huizen verjaagd, op de vlucht voor het oorlogsgeweld. Het moge duidelijk zijn dat deze nefaste situatie voor de Armenen geen aanvaardbare uitkomst voor hen is en dus ook geen duurzame vrede kan betekenen”, meent Ellen Samyn. Het resultaat van dit recente conflict is immers niet enkel immens menselijk leed, maar ook een complete miskenning door Azerbeidzjan van de eeuwenoude autonomie die Artsakh gekend heeft.
HUMANITAIRE EN DIPLOMATIEKE STEUN
Daarom diende onze partij in de Kamer van Volksvertegenwoordigers een voorstel in, waarin gevraagd wordt de Republiek Artsakh formeel te erkennen als een soevereine staat, en om diplomatieke betrekkingen aan te knopen. Ook in het Vlaams Parlement werd deze resolutie ingediend. “Vlaanderen heeft de morele plicht om de Republiek Artsakh – waar er een breed draagvlak voor onafhankelijkheid bestaat – te erkennen”, licht Vlaams Parlementslid Johan Deckmyn toe. Daarnaast werden in beide parlementen ook voorstellen ingediend om het moedwillig vernielen van Armeens cultuurhistorisch erfgoed in Artsakh door Azeri’s en Turkse troepen en hun bondgenoten streng te veroordelen én te bestraffen als een oorlogsmisdaad. De menselijke tol van de oorlog is hoog en de humanitaire toestand in Artsakh precair met de winter voor de deur. Daarom pleitte het Vlaams Belang nadat het wapengekletter ophield om onmiddellijk en rechtstreeks vanuit België – net zoals Frankrijk deed – humanitaire, geneeskundige en logistieke hulp naar de streek te sturen om de burgerbevolking ter plaatse snel uit de nood te helpen en niet weer eens te wachten op de EU voor enige bijstand.
Wie mee de nood in Artsakh wil lenigen, kan dat doen door een bijdrage te storten op rekening BE92 7506 2898 3023 (BIC AXABBE22) van de vzw Netwerk Midden-Oosterse Christenen, die er voor zorgt dat hulp (geneesmiddelen, bouwmaterialen, …) rechtstreeks bij de Armeense burgerbevolking terecht komt.