Leraren in Brussel sneller loonsverhoging geven geen oplossing lerarentekort
Het katholiek onderwijs wil meer leraren in Brusselse scholen aantrekken en houden door extra financiële stimuli. Concreet pleit ze in haar specifiek aanvullend Brussel-memorandum om de lonen van leerkrachten die in Brussel werken sneller te doen stijgen door de anciënniteit versneld op te bouwen via een jaarlijkse groei in de loonbarema’s in plaats van een tweejaarlijkse. Het idee doet sterk denken aan het eerder geopperde voorstel van Sven Gatz (Open Vld) die een Brusselpremie wou invoeren om leraren naar de hoofdstad te lokken. “Gelukkig is dat er niet van gekomen, mede door de druk die we met onze Vlaams Belang-fractie gezet hebben bij Vlaams minister voor Brussel Benjamin Dalle (CD&V) en onderwijsminister Ben Weyts (N‑VA)”, reageert Vlaams Parlementslid Jan Laeremans.
Het Vlaams Belang heeft zich altijd verzet tegen een extra Brusselpremie en tegen elke andere maatregel die een financieel onderscheid maakt tussen personeelsleden in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel en deze in het Vlaams gewest. “Zulke bonussen lossen het probleem niet op, maar verplaatsen het alleen maar”, zegt Laeremans. “De vijver wordt erdoor niet groter, maar de poel aan potentiële leerkrachten in de Vlaamse Rand en de Denderstreek wordt leeggevist. Want ook hier kampen we met enorme tekorten. Hetzelfde effect zagen we eerder ook al met de extra Brusselpremie voor politieagenten.”
Extra financiële stimuli voor leraren in Brussel groot risico voor lerarentekort in Vlaamse rand en Denderstreek
Volgens het katholiek onderwijs sluit hun idee ook nauw aan bij één van de punten uit het rapport van de Commissie van Wijzen onder leiding van Dirk Van Damme. Daarin wordt in het algemeen gepleit voor een extra loontoelage voor leraren die in concentratiescholen werken. Dat zijn scholen waar een meerderheid van de leerlingen sociaaleconomische achterstandskenmerken heeft. “Maar ook hier zijn verschillende kanttekeningen te maken”, aldus Laeremans. “Zo heb je ook binnen moeilijke scholen een enorme verscheidenheid. Verder zal je ook ergens een artificiële grens moeten trekken tussen scholen om het label ‘moeilijker school’ te kunnen geven en dus aanspraak te maken op die toelage. Dan ga je natuurlijk ook met scholen zitten die net buiten die categorie vallen, maar waar lesgeven niet ook niet bepaald rozengeur en maneschijn is.”
Volgens Laeremans is het maar al te makkelijk om te denken dat enkel een loonsverhoging het lerarenberoep aantrekkelijker zal maken. “Als we kijken naar de redenen die studenten in de lerarenopleiding aangeven om in het beroep te stappen, dan komt loon daar amper in voor. Ook bij de redenen van leraren die het beroep verlaten staat loon vaak ergens onderaan het lijstje. Bovenaan staan voornamelijk werkonzekerheid en slechte aanvangsbegeleiding voor beginners, alsook een te hoge taaklast, morele stress, te veel leerlingen met complexe zorgvragen, …”
“We moeten de factoren aanpakken die de leraren doen besluiten om het beroep te verlaten”, besluit Laeremans. “Leerkrachten gaan nog altijd gebukt onder de planlast, moeten meer politieman spelen dan lesgeven door ordeproblemen, hebben ogen en handen tekort door het hoge aantal zorgleerlingen en een groot deel van de leerlingen beheerst de taal onvoldoende.” Het Vlaams Belang pleit daarom voor een moderner lerarenstatuut, planlastvermindering, meer instrumenten voor ordehandhaving, een realistischer invulling van inclusie van zorgnoodleerlingen en taaltesten en taalbadklassen zodat leerlingen zo snel mogelijk het Nederlands bemeesteren.