Islamistische druk op school: politiek blijft wegkijken
De islamistische invloed in Belgische scholen groeit. Leerkrachten zijn vaak de eersten die het voelen: intimidatie, bedreigingen, en een zwijgcultuur die in sommige gemeenten stilaan de norm wordt. Toch beginnen steeds meer onderwijzers te getuigen.
De documentaire Amal: Een vrije geest van Jawad Rhalib (februari 2024) vertelt het verhaal van een Brusselse lerares die in haar klas geconfronteerd wordt met religieuze druk en radicalisering. De film toont een harde realiteit die velen liever blijven ontkennen.
Ook het boek Allah heeft niets te zoeken in mijn klas (23 september 2024, uitgeverij Racine), geschreven door journalisten Jean-Pierre Martin en Laurence D’Hondt, bevestigt het beeld. Gebaseerd op getuigenissen van leerkrachten legt het een goed georganiseerd systeem bloot: religieus gemotiveerde weigering van lessen, verzet tegen wetenschap, sociale controle, intimidatie. Geen losse voorvallen — maar een patroon.
Toch blijft de politiek oorverdovend stil. Traditionele partijen weigeren de ernst te erkennen. Uit angst voor electorale gevolgen, of uit ideologische blindheid, kijken ze weg. Alleen Vlaams Belang durft het probleem benoemen. Tijdens een debat in het Brussels Parlement sprak VB-parlementslid Bob De Brabandere een liberale politica aan. Haar reactie? Dergelijke feiten benoemen zou “racistisch” zijn. Dat is geen oplossing, maar een gevaarlijke verdraaiing.
Wie écht slachtoffer is? Jongeren, en in het bijzonder meisjes. Zij worden onder druk gezet, beperkt in hun vrijheid, en gedwongen te leven volgens religieuze voorschriften. Door te zwijgen, laten we hen vallen.
Het is tijd om de ogen te openen. Dat betekent:
- leerkrachten steunen die bedreigd of gecensureerd worden
- schoolbesturen die resoluut nee zeggen tegen radicalisering;
- en vooral: politici die durven kiezen voor vrijheid en onderwijs.
Problemen negeren lost niets op. Wie nu niets doet, laat het onderwijs over aan wie het wil terugdringen naar de middeleeuwen.