Belastinggeld voor genderexpert in Centraal-Afrikaanse Republiek
Het Vlaams Belang stelt vast dat er geen einde komt aan de verspilling van belastinggeld door minister van Ontwikkelingssamenwerking Meryame Kitir (Vooruit). “Zo berichtte de Kamer onlangs over een vacature die uitgaat van Enabel, het Belgisch ontwikkelingsagentschap, met als doel de aanwerving van een internationaal expert ‘Gender en Parlement’ in de Centraal-Afrikaanse Republiek”, zegt Kamerlid Annick Ponthier. “Met een jaarlijks prijskaartje van 180.000 euro.”
De bewuste functie voor Enabel zou bestaan uit het adviseren van de Nationale Assemblee van de Centraal-Afrikaanse Republiek, inzake genderkwesties en de verhoging van de parlementaire vertegenwoordiging van vrouwelijke belangen. “Elk jaar zou deze expertfunctie maar liefst 180.000 euro kosten”, aldus Ponthier, die hierover Kitir ondervroeg. “Dat is een exuberant loon, bekostigd door onze hardwerkende belastingbetaler, voor een functie die op het terrein niet het minste verschil zal maken.”
“In deze coronatijden kan belastinggeld anders en beter besteed”
Het Vlaams Belang is immers altijd zeer sceptisch geweest over het westerse ontwikkelingsbeleid en dat is onder de huidige regering niet anders. “Studies tonen namelijk aan dat ontwikkelingsgeld wordt misbruikt door corrupte regimes en dat het in de loop der decennia nauwelijks aan de algemene ontwikkeling van de derde wereld heeft bijgedragen”, vervolgt Ponthier. “Wie gelooft dat een riant betaalde adviseur in een Afrikaanse dictatuur een verschil zal maken voor de vrouwen aldaar is eraan voor de moeite. We hebben in Afghanistan gezien waar die mentaliteit toe leidt.”
Minister Kitir repliceerde dat het ging om een functie die door de EU wordt bekostigd, maar dat stelt het Vlaams Belang allerminst gerust. “De EU is niet zelfbedruipend, die wordt door Vlaanderen als één van de grootste nettobetalers gesponsord”, besluit Ponthier. “Terwijl er zo’n hoge sociale en economische noden te lenigen zijn door corona en de recente waterellende in dit land, denk ik dat we onze centen beter hier kunnen besteden.”